zondag 7 februari 2010

Netwerk


Netwerk
Originally uploaded by westher
Ahum, iedere week bloggen is nog niet zo eenvoudig. Ik heb best belangwekkende smoezen hoor! Ik had het heel druk met het opstellen van retail-collectieprofielen en ik geef aan de GO het vak Organisatie en Beheer van het Informatieaanbod. Daarnaast ben ik vooral bezig geweest om helder te krijgen wat eigenlijk mijn opdracht is, hoeveel uren ik er voor heb, hoeveel geld er beschikbaar is en wat er niet binnen mijn project maar in het reguliere werk valt … En dat is nou eenmaal niet het meest pakkende onderwerp om over te schrijven. Maar dat zijn natuurlijk allemaal smoezen. Als je vindt dat communicatie zo belangrijk is moet je ook communiceren dat het even niet zo hard gaat.

Mijn PID (project initiatie document) heb ik inmiddels ingeleverd, maar dat wil niet zeggen dat de contouren van mijn project al helemaal vastliggen. Deze week diende zich bijvoorbeeld nog een aanvulling aan.

Uit het budget voor 2009 voor het provinciaal collectieplan van de provincie Noord-Holland was geld overgebleven. Hoe dat kwam ben ik even kwijt, ik geloof dat er provinciale achtergrondcollecties opgebouwd zouden worden, waarvoor meer budget was toegekend dan er aanbod aan nieuwe titels was. Bij de bespreking daarover in de SOOB stelde een van de aanwezigen voor het overgebleven geld in te zetten om het gebruik van de AquaBrowser in de provincie Noord-Holland te bevorderen. En vervolgens was mijn project opeens een bedrag van € 40.000 rijker, in te zetten voor de promotie van de provinciale AquaBrowser.

Leuk natuurlijk, extra budget, maar in dit geval weegt de verantwoordelijkheid best zwaar. Want de directeur die voorstelde om de provinciale ABL te promoten heeft zelf al een eigen skin laten ontwikkelen, hij gelooft in het nut van een provinciale catalogus en in het idee dat zoeken met een AquaBrowser voor veel mensen aantrekkelijker is dan zoeken in een klassieke catalogus. Maar met dat provinciale geld moet natuurlijk iets ontwikkeld worden waar alle bibliotheken en/of alle bibliotheekgebruikers in Noord-Holland van profiteren.

En dan wordt het ingewikkeld. Want een aantal bibliotheken heeft liever dat hun klanten eerst in de eigen collectie van de basisbibliotheek kijken, en dat ze pas als in de collectie van de eigen bibliotheek onvoldoende materiaal aanwezig is overwegen om het materiaal van elders te laten komen. Terwijl andere bibliotheken een eigen versie van de provinciale catalogus hebben laten maken, en ze dus in hun eigen catalogus de hele provinciale collectie al ontsloten hebben.

Het promoten van de provinciale AquaBrowser is in dit geval dus niet het promoten van de website waarop je de catalogus kunt vinden, maar meer het promoten van een idee of concept. Een concept dat per bibliotheek op een verschillende manier ervaren wordt en waar per bibliotheek op een eigen manier een concrete vertaling van gemaakt is. Wat die € 40.000 ook gaat opleveren, het is geen folder of button die je naar een vaste website stuurt.

Gelukkig wordt het meestal ook wel interessant, als het ingewikkeld wordt. Zou het mogelijk zijn om een promotiecampagne te ontwikkelen, niet zozeer voor de provinciale catalogus (die volgens mij alleen het middel is) maar voor de provinciale collectie? Wat zou er dan gepromoot moeten worden? En hoe zou je dat aan kunnen pakken?

Als je eindgebruikers wilt laten profiteren van de provinciale collectie is het volgens mij belangrijk om de vraag “What’s in it for me?” te beantwoorden. Wat heeft de eindgebruiker eigenlijk aan die provinciale collectie? Daar kan je vast ook een jaar over discussiĆ«ren, maar volgens mij kom je een heel eind met ideeĆ«n in de richting van niche-markten en the long tail. Het mooie aan de provinciale collectie is dat alle bibliotheken van Noord-Holland gezamenlijk een veel gevarieerder collectie kunnen opbouwen en beschikbaarstellen dan alle afzonderlijke vestigingen en basisbibliotheken. Dankzij het provinciale netwerk kunnen dorps- en wijkbibliotheken zich concentreren op retailprincipes om hun lokale collectie zo op te bouwen dat hij perfect aan de lokale vraag voldoet, terwijl het netwerk de vervulling van de minder gangbare informatiebehoefte mogelijk maakt.

Als dat idee klopt is het volgens mij een goed idee om je bij je promotie te richten op die delen van het informatieaanbod waar lokaal wel vraag naar is, maar waarop het aanbod moeilijk lokaal geregeld kan worden. Als het goed is zijn dat ook de onderwerpen die in het provinciaal collectieplan als eerste aangepakt worden. Voor die onderwerpen zou je vervolgens op papier en digitaal een wervend verhaal moeten kunnen houden, waarin je aangeeft hoe je als lokale eindgebruiker kunt profiteren van het provinciale aanbod. Dat doe je, lijkt me, door een aantrekkelijk beeld te geven van het materiaal dat in de provincie beschikbaar is rond een onderwerp (of genre, of taal, of wat voor kenmerk dan ook) en vervolgens aan te geven hoe de bibliotheekgebruiker dat materiaal kan bemachtigen.

En dan promoot je dus zowel de provinciale collectie als de provinciale catalogus. Maar ook Zoek&Boek en het bibliotheekpaspoort als manieren om het materiaal echt in handen te krijgen. Want voor de moderne bibliotheekgebruiker gaan ‘discovery’ en ‘delivery’ hand in hand.

Geen opmerkingen: